Wanneer je kind uiteindelijk de diagnose ‘autisme’ krijgt, weet je zelf waarschijnlijk al heel lang dat er iets met jouw kind aan de hand is. Het krijgen van een diagnose kan enerzijds een opluchting zijn (zie je wel dat er iets aan de hand is met mijn kind?), maar het kan ook heel confronterend zijn. Afhankelijk van de vorm van autisme zullen er dingen voor school moeten worden geregeld en kan het zelfs zo zijn dat jouw kind naar een andere school wordt doorverwezen. Maar ook thuis kun je één en ander aanpassen, zodat jouw kind meer ontspannen de dag doorkomt.
Zoek de reden voor boosheid
Een kind met autisme is vaak expliciet als het gaat om het uiten van emoties als woede en verdriet. Dit is als ouder moeilijk om te zien en ook ingewikkeld om mee om te gaan. Je ziet wel dat jouw kind boos is, maar hoe het komt is soms lastig te achterhalen. Probeer thuis te analyseren hoe het komt dat jouw kind een woedeaanval krijgt. Door de situatie door de ogen van jouw kind te bekijken en op zoek te gaan naar de reden van de boosheid kun je jouw kind beter begrijpen. Ook kun je dan de volgende keer wellicht een driftbui voorkomen.
Duidelijkheid
Duidelijkheid en structuur zijn voor autistische kinderen zeer belangrijk. Een kind met autisme wil weten wat de dagplanning is, juist in de weekenden en de vakanties. In vrijere situaties kan het gebrek aan structuur verschrikkelijk zijn voor een autistisch kind. Leg daarom heel duidelijk uit wat je die dag gaat doen, zodat jouw kind weet wat het kan verwachten. Autistische kinderen kunnen claimend overkomen, maar bedenk dat dit is om voor zichzelf structuur en veiligheid te creëren. Blijf wel duidelijk en stel heldere grenzen.